Behoud van borstvoeding in tijden van COVID-19: Een oproep tot actie

COVID-19 heeft tot op heden aanzienlijke gevolgen gehad voor de klinische praktijk op de kraamafdeling, hulp bij lactatie en ondersteunende diensten. Meer dan de helft van de professionele zorgverleners op de kraamafdeling en in de NICU heeft belangrijke veranderingen in de klinische praktijk gemeld.

mother in a hijab holding her wrapped up newborn baby-female Dr by her side touching the baby's head

De gezondheidszorg staat onder aanzienlijke druk en er is minder ondersteunend personeel, waarbij verloskundigen en borstvoedingsspecialisten het zwaarst worden getroffen.

Dit betekent dat nieuwe moeders tijdens de eerste kritische dagen essentiële ondersteuning missen om hun baby te helpen bij de borstvoeding of wanneer de baby niet aan de borst kan drinken om een adequate melkproductie voor de lange termijn op gang te brengen en op te bouwen. Daarnaast heeft COVID-19 om verschillende redenen voor aanzienlijke stress gezorgd bij moeders die borstvoeding geven.

Een oproep tot actie: Maatregelen die zorgprofessionals kunnen nemen om borstvoeding te beschermen en te promoten tijdens en na COVID-19

Moeder en baby bij elkaar houden 

Een belangrijke manier waarop zorgprofessionals moeders kunnen ondersteunen, is om zo vroeg mogelijk huid-op-huidcontact tot stand te brengen. Idealiter moet de baby binnen het eerste uur na de geboorte aan de borst drinken. Deze aanbeveling komt overeen met de meest recente richtlijnen van het CDC1 en de American Academy of Pediatrics (AAP),2 waarin wordt aanbevolen om alle moeders - zelfs moeders met COVID-19 - bij hun baby te laten blijven (en een kamer te delen), met gepaste voorzorgsmaatregelen om het risico op infectie te minimaliseren (gezichtsbedekking, handen wassen enz.).

Zorgen voor maximale ondersteuning tijdens de kritieke periode na de geboorte 

De eerste uren en dagen na de geboorte zijn cruciaal voor succesvolle borstvoeding.3, 4 Het is essentieel om moeders tijdens deze periode de juiste ondersteuning en begeleiding te bieden om ze te helpen bij het initiëren en in stand houden van een adequate melkproductie.

Wanneer nodig de melkproductie initiëren met een borstkolf 

Veel moeders stoppen met het geven van borstvoeding omdat ze het gevoel hebben dat hun melkproductie onvoldoende is.5, 6 Het is nuttig om de vrouwen te identificeren die baat kunnen hebben bij het vroegtijdig gebruik van een kolf, om tijdig een adequate melkproductie op gang te brengen en op te bouwen.

Bij ontslag uit het ziekenhuis

Zorgprofessionals moeten het belang van regelmatige en frequente borstvoeding thuis gedurende de eerste twee weken na de bevalling met moeders bespreken, zodat ze begrijpen hoe belangrijk het op de lange termijn is om een adequate melkproductie op te bouwen. Als rechtstreekse borstvoeding tijdens die eerste dagen niet effectief of niet mogelijk is, is het noodzakelijk om een dubbele borstkolf van ziekenhuiskwaliteit te gebruiken om ervoor te zorgen dat het melkvolume op de juiste wijze op gang wordt gebracht, wordt opgebouwd en in stand wordt gehouden.7

Overgang van ziekenhuis naar zorg thuis 

Dit kan richtlijnen en advies omvatten over het voortzetten van de borstvoeding, doorlopende begeleiding en het verstrekken van informatie over beschikbare hulpmiddelen. In het eerder beschreven onderzoek van FMR Global Health naar kraamafdelingen en NICU-personeel gaven beide groepen aan dat virtuele follow-up en voorlichting over voorzorgsmaatregelen om het risico op infecties te verminderen belangrijke elementen zijn voor ondersteuning bij het thuis geven van borstvoeding.8 Deze ondersteuning kan op verschillende manieren, waaronder:

  • Virtuele ondersteuning bij problemen of voor hulp bij lactatie
  • Advies over voorzorgsmaatregelen om het risico op besmetting te minimaliseren
  • Ondersteuningsnetwerken bestaande uit familie of vrienden aanbevelen
  • Moeders aanmoedigen om thuis borstvoeding te geven en/of te kolven.

In het rapport van FMR Global Health over borstvoeding ten tijde van COVID-19: Een oproep tot actie8 gaf 39% van het personeel op de kraamafdeling en bijna de helft (47%) van het personeel in de NICU aan dat de ondersteuning die bij ontslag uit het ziekenhuis aan moeders wordt geboden, veranderd is. In het bijzonder meldden beide groepen dat er als gevolg van de pandemie meer borstkolven voor persoonlijk gebruik worden verstrekt aan moeders die borstvoeding geven en het personeel van de kraamafdeling meer huurkolven van ziekenhuiskwaliteit verstrekt. Het zou nuttig zijn om ervoor te zorgen dat vrouwen die in de eerste dagen moeten kolven, weten hoe ze thuis een borstkolf van ziekenhuiskwaliteit kunnen krijgen.7


Conclusie 

Het is duidelijk dat de COVID-19-pandemie een grote impact heeft gehad op de geboortezorg en de borstvoedingspraktijken. In de loop van de pandemie is onze overtuiging bevestigd dat er bij het voeden van moedermelk geen risico is op besmetting van moeder op kind.9 Daarnaast is ook de beschermende waarde van moedermelk tegen het virus aangetoond, waarbij neutraliserende antistoffen zijn aangetroffen in de moedermelk van eerder geïnfecteerde vrouwen.10, 14 Daarom wordt algemeen erkend dat borstvoeding zelfs bij vrouwen die besmet zijn met COVID-19 moet worden aangemoedigd en ondersteund. Zorgprofessionals kunnen waardevolle begeleiding en ondersteuning bieden om moeders te helpen bij succesvolle borstvoeding, ondanks de uitdagingen die de pandemie en infectiebestrijdingsmaatregelen met zich meebrengen. Tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis moeten moeders en baby's samen blijven en worden ondersteund om de lactatie op de juiste wijze te initiëren. Gezien de kortere duur van het verblijf van de moeder tijdens de COVID-19-periode is het van essentieel belang dat ondersteuning vanuit de geboortezorg en technologie in de vorm van kolven van ziekenhuiskwaliteit waar nodig worden geadviseerd en in klinische richtlijnen worden opgenomen.

Disclaimer

De op deze website verstrekte informatie en materialen vormen geen juridisch advies en zijn niet als zodanig bedoeld; in plaats daarvan is alle informatie op deze site uitsluitend bedoeld voor algemene informatieve doeleinden. De informatie op deze website is mogelijk niet de meest actuele informatie. Medela behoudt zich het recht voor om deze website op elk gewenst moment aan te vullen of informatie of materialen op deze website te wijzigen of te verwijderen.

Deze website bevat links naar websites van derden. Dergelijke links zijn enkel voor het gemak van de lezer, gebruiker of browser; Medela beveelt de inhoud van de websites van derden niet aan en onderschrijft deze ook niet.

De informatie en materialen op deze website worden 'in de huidige staat' verstrekt; er worden geen toezeggingen gedaan dat de inhoud foutloos is. Hoewel we hebben geprobeerd ervoor te zorgen dat de informatie en materialen op deze website nauwkeurig en volledig zijn, kunnen we geen garanties geven met betrekking tot de nauwkeurigheid, volledigheid, toereikendheid of actualiteit van de informatie en materialen op of gekoppeld aan deze website.

Elke aansprakelijkheid met betrekking tot al dan niet ondernomen acties op basis van de inhoud van deze website wordt hierbij uitdrukkelijk afgewezen. Uw gebruik van inhoud op of gekoppeld aan deze website is volledig op eigen risico. Medela aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verlies of schade die voortvloeit uit het gebruik van deze website of het vertrouwen op de inhoud van deze website.

Literatuur
  1. CDC. Coronavirus Disease 2019 (COVID-19): Breastfeeding and Caring for Newborns; 2021 [overgenomen op 6 juli 2021]. Beschikbaar op: https://www.cdc.gov/coronavirus/2019-ncov/need-extra-precautions/pregnancy-breastfeeding.html#mothers-suspected?
  2. Wykoff AS. Rooming-in, with precautions, now OK in revised AAP newborn guidance. AAP News. 2020; July 22:1–3.
  3. Nilsson IMS et al. Focused breastfeeding counselling improves short- and long-term success in an early-discharge setting: A cluster-randomized study. Matern Child Nutr. 2017; 13(4).
  4. Widström A-M et al. Skin-to-skin contact the first hour after birth, underlying implications and clinical practice. Acta Paediatr. 2019; 108(7):1192–1204.
  5. Brown CRL et al. Factors influencing the reasons why mothers stop breastfeeding. CJPH. 2014; 105(3):e179-85.
  6. Wagner EA et al. Breastfeeding concerns at 3 and 7 days postpartum and feeding status at 2 months. Pediatrics. 2013; 132(4):e865-75.
  7. Meier PP et al. Which breast pump for which mother: An evidence-based approach to individualizing breast pump technology. J Perinatol. 2016; 36(7):493–499.
  8. FMR Global Health. Understanding the impact of COVID-19 on hospital maternity and breastfeeding practices; 2020.
  9. Cheema R et al. Protecting Breastfeeding during the COVID-19 Pandemic. Am J Perinatol. 2020; doi: 10.1055/s-0040-1714277.
  10. Pace RM et al. Characterization of SARS-CoV-2 RNA, antibodies, and neutralizing capacity in milk produced by women with COVID-19. mBio. 2021; 12(1).
  11. Dong Y et al. Antibodies in the breast milk of a maternal woman with COVID-19. Emerging Microbes & Infections. 2020; 26(6):1–12.
  12. Fox A et al. Robust and Specific Secretory IgA Against SARS-CoV-2 Detected in Human Milk. iScience. 2020; 23(11):101735.
  13. van Keulen BJ et al. Breastmilk; a source of SARS-CoV-2 specific IgA antibodies [online gepubliceerd voor verschijning in druk, 21 aug 2020]. SSRN Electron J [Internet]; Beschikbaar op: https://ssrn.com/abstract=3633123.
  14. Juncker HG et al. Antibodies Against SARS-CoV-2 in Human Milk: Milk Conversion Rates in the Netherlands. J Hum Lact. 2021:8903344211018185.